Prinseneilanden Istanbul Oases

De prinseneilanden van Istanbul zijn een verfrissende bestemming als je op vakantie bent in Istanbul. Je kan er fietsen, lekker zwemmen, zonnebaden op het strand, heerlijk wandelen door de bossen of relaxed met paard en wagen een rondrit maken. Er zijn ook hotels op de prinseneilanden voor als je langer wilt blijven of een van de eilanden zelfs als uitvalsbasis wilt gebruiken.

Prinseneilanden bezoeken

Een tochtje naar de Prinseneilanden is een verademing. Met de boot naar de Prinseneilanden vanuit het centrum van Istanbul kost het nog geen uur om aan te komen. En op de eilanden aangekomen waan je je in een oase van rust vergeleken met de stadse drukte en – in de zomer – de hitte van Istanbul. Op de eilanden zijn geen auto’s. Sinds 1920 al is dat niet toegestaan, met uitzondering van de brandweer en ambulance. Het vervoer gaat er met paard-en-wagen, met de benenwagen of per fiets, en werkelijk alles gaat op zijn gemak.

Op de prinseneilanden kan je rustig lopen, genieten van een terrasjes, een fiets huren en zelfs zwemmen, wat in Istanbul zelf niet echt kan. Daarmee is de eilandengroep een zeer eenvoudige oplossing als je op zoek bent naar wat rust en verkoeling tijdens een verblijf in Istanbul. Bovendien heeft elk eiland zo zijn eigen historisch karakter. Daar waar het tweede eiland een Griekse achtergrond heeft en het eerste eiland voornamelijk een Armeense, is het derde eiland een echt Turks eiland.

Negen Prinseneilanden

In totaal zijn er negen eilanden. De veerboot stopt bij vier eilanden. De laatste is het grootste eiland en heet treffend Büyükada (“groot eiland”). Het is net iets groter dan vijf vierkante kilometer. Hier verblijven de meeste mensen en vind je ook een groot aantal hotels. Het kleinste eiland is een van de eilanden waar de boot juist niet aanmeert. Dit kleinste eiland is slecht 40 vierkante meter en is volledig groen.

Kınalıada, wat treffend ‘het eerste eiland’ betekent, is het eerste eiland waar je kan uitstappen. Al van ver kan je de begroeide rotspartij aan zien komen. Op een warme zomerse dag zie je bij aankomst tientallen mensen zwemmen bij het kleine strandje naast de haven. Op een zomers dag kan dit strandje overigens zeer druk zijn.

Burgaz: Grieks karakter

Na vijftien minuten aan op Burgaz. Dit eiland is wellicht het mooiste van de vier Prinseneilanden. Het is vernoemd naar een fort dat er ooit gestaan heeft en gebouwd is in opdracht van Alexander de Grote. Het eiland draagt vooral een Grieks karakter. Zo vind je er twee Griekse kloosters, en volop Griekse gerechten.

Een rondje lopen over het eiland is te doen als je sportief bent. Het gaat op en neer, wat het niet eenvoudig maakt als het erg warm is en de zon hoog staat maar zo kom je wel langs alle bezienswaardigheden. Bovendien is er ook een aantal strandjes waar je even kan uitrusten.

Een leuke manier om het eiland te zien is om met de koets een rondje te maken over het eiland. Dertig Turkse lira was de groepsprijs voor een ritje om het eiland, wat neerkomt op achttien euro. Om aan de andere kant van het eiland te raken, betaal je de helft. Daar vind je een restaurant en een mooi strand met een weids uitzicht over de zee.

De paard-en-wagen is het meest gangbare vervoersmiddel op alle eilanden en de prijzen zijn vergelijkbaar. Maar ook kan je overal met gemak een fiets huren voor een euro per uur. Op Burgaz ligt er een fietsenverhuurbedrijfje aan de kade, naast een half dozijn visrestaurantjes.

Heybeliada, het derde eiland

Heybeliada, het derde eiland kende tot de jaren zeventig van de vorige eeuw het Grieks opleidingsklooster Halki Seminary, maar dit werd door de Turkse regering gesloten, omdat het niet ondergeschikt was aan de staat. Ook herbergt dit eiland Kamariotissa, de laatst gebouwde kerk voordat Constantinopel door de Turken veroverd werd.

Op Heybeliada kan je ook in een aantal hotels verblijven. Op dit eiland komen in de zomer vooral veel families om te picknicken met een barbecue. Dit geeft het eiland een uniek karakter mee. Je vindt ze vooral in het park van het eiland, waar ook vaak spontaan muziek wordt gemaakt en gedanst wordt.

Het eiland wordt deels ook ingenomen door een Turkse legerbasis en is daarom niet overal toegankelijk. Je moet bovendien niet al te vreemd opkijken als je militairen ziet patrouilleren over het strand.

Büyükada: het grootste eiland

Het laatste en grootste eiland, dat vooral een Joodse traditie kent en nog altijd een grote Joodse gemeenschap herbergt, is tevens de meest populaire bestemming. Hier op Büyükada is ook een aantal hotels te vinden.

Net als op de andere eilanden is hier geen gemotoriseerd verkeer toegestaan. Alles gaat met de paard-en-wagen en de fiets. Als je vanaf de boot links omhoog loopt kom je vanzelf terecht op een centraal pleintje met ruim vijftig wagens die daar op een ritje wachten. Fietsverhuurbedrijfjes vind je op dit eiland rondom het centrum van het dorpje waar de boot aanmeert.

Een van de populaire bestemming is het vijftienhonderd jaar oude Ayia Yorgi, een kerk en klooster boven op een van de heuvels. Deze heuvel biedt een fantastisch uitzicht en een restaurantje. Om bij de kerk te komen, kan je opnieuw de rijkoets nemen of om het eiland heen lopen en aan de voet van de heuvel, in het midden van het eiland, zijn er ezels om je de heuvel op te helpen.

Maar ook hier kan je met gemak te voet het eiland zodanig ontdekken. Loop linksom of rechtsom langs de kust, of loop recht omhoog de eerste heuvel op. Als je een beetje afwijkt van de gangbare routes, ben je al vrij snel in de ongerepte natuur waar je zelfs loslopende paarden tegen kan komen maar ook grote (en soms leegstaande) villa’s vindt.

Veerboot naar Prinseneilanden

Het is vrij eenvoudig om op de prinseneilanden te komen. Een snelle veerboot gaat regelmatig, één of twee keer per uur en de opstapplaats Kabatas ligt dicht bij Taksim, het centrale plein van het Europese deel. Vanaf Taksim kan je de kabeltrein (Füniküler) naar de kade nemen. De centrale ingang is dezelfde als die van de metro.

Kabatas is tevens de beginhalte van de moderne tram die de kust van het Europese deel van Istanbul verbindt met het oudste deel van de stad, met het Paleis, de Oude Bazaar, de grote moskeeën en de meeste hotels in Istanbul.

Kaartjes voor de tram, funiculaire en de boot kan je telkens bij de ingang kopen. Let trouwens goed op wanneer de boten weer vanaf de eilanden vertrekken. De vertrektijden van de veerboten naar de Prinseneilanden hangen bij de ingang van de wachtruimte maar je vindt ze ook online. De tijden in het weekend kunnen verschillend zijn met de doordeweekse vertrektijden.

Na een klein uurtje ben je al op het eerste eiland. Eerst vaart de boot even naar Kadiköy in het Aziatische deel, waar je uiteraard ook kan opstappen, maar daarna vaart de veerpont in rap tempo naar Kınalıada, wat treffend ‘het eerste eiland’ betekent.

Op de veerboot hoef je je overigens niet te vervelen. Het kan er zeer gezellig zijn. Er zijn drankjes en hapjes beschikbaar en iedereen babbelt er rustig op los. Je kan buiten de unieke omgeving om, ook genieten van de mensen en de sfeer. Een rondje lopen op de boot is gewoon toegestaan en zeer zeker ook de moeite waard.